Algemeen

 

Agenda

 

Terugblik Wapenpas 2010

 

Eedele speysen

 

Gedicht van St.Joris

 

So syn wy gemaniert

 

Ter leeringhe ende vermaeck

 

Van boecxskens en wat dies meer sy

 

Van vechtkonst ende ridderlyckheit

 

Wie syn wy

 

Links

 

Herberg "Het Gelag van Isidorus"

 

Contact

 

Foto's VGSJ 2008

 

Voor informatie info@vgsj.nl

 

Veel plaatjes kunt u uitvergroten door er op te klikken

Lees verder

hieronymus in zijn studeerkamer 1450 .jpg

Hieronymus in zijn studeerkamer (1450)

Hoewel we vaak denken dat vrouwen alleen actief waren bij het bestieren van de huishouding en de opvoeding van jonge kinderen (zij hadden zeggenschap over de opvoeding van kinderen tot zeven jaar), hadden ze wel degelijk ook hun aandeel in het gildewezen en mochten ze in veel Duitse steden wel degelijk een handarbeid uitoefenen.

Bij het Duitse schoenmakersgilde konden vrouwen zelfs al rechtstreeks in het Gilde opgenomen worden! Ook mochten vrouwen na de dood van hun man in sommige gildeambten diens ambacht voortzetten, mits ze binnen afzienbare termijn hertrouwden met een geschikte kandidaat. In geen geval echter mochten ze zich aansluiten bij een vrouw die niet hetzelfde ambacht beoefende. In Keulen domineerden vrouwen in de garen- en goud spinnerij. De goudspinnerij was trouwens van meet af aan al een vrouwenzaak.

Alleenstaande mannen die zelf niet tot een gilde behoorden, konden dit voor elkaar krijgen door met de meesterdochter te trouwen.

Slechter gesteld was het met alleenstaande vrouwen uit onderste bevolkingslagen: zij moesten hun kostje bijeen schrapen onder kommervolle omstandigheden als wasvrouw, dienstmaagd of marktkoopvrouw en verdienden veel minder dan knechten.

 

Krijg de pest niet

Het boek gaat in op de verschillende epidemieën en ziektes die er in de middeleeuwen gewoed hebben. Op de meest verschillende manieren probeerde men de (builen) pest en lepra te bestrijden, maakte men regels voor de ter aarde bestelling van lijken, kadaverbestrijding, verdrijving en isolering van zieken, inrichting van bijzondere hospitalen of het gebruik van pestmaskers met geneeskrachtige kruiden, omdat men dacht dat ziekten overgebracht werden door het inademen van besmette lucht.

In een ander hoofdstuk, dat gaat over de drinkwaterverzorging, lees je dan weer dat men er werkelijk geen idee van had dat water weleens een van de boosdoeners kon zijn. Zo groef men bij hun huizen probleemloos de waterputten op precies dezelfde diepte als de enorme gierkelders. Als je je dan voorstelt dat die gierputten maar een paar keer per jaar geleegd werden (want in de warme maanden was dit vanwege  stankoverlast verboden), dan ga je bij het essay over de parasieten die men hierin heeft gevonden pas echt griezelen. De middeleeuwse mens had namelijk zo'n last van lintwormen, dat zijn organen er letterlijk door aangevreten werden en het een van de bekendste doodsoorzaken was.