Algemeen

 

Agenda

 

Terugblik Wapenpas 2010

 

Eedele speysen

 

Gedicht van St.Joris

 

So syn wy gemaniert

 

Ter leeringhe ende vermaeck

 

Van boecxskens en wat dies meer sy

 

Van vechtkonst ende ridderlyckheit

 

Wie syn wy

 

Links

 

Herberg "Het Gelag van Isidorus"

 

Contact

 

Foto's VGSJ 2008

 

Voor informatie info@vgsj.nl

 

Veel plaatjes kunt u uitvergroten door er op te klikken

Bemorste vingers aflikken of aan het kleed afvegen is -  zowel het ene als het andere – niet zoals het hoort. Men doet dat veeleer met het servet of een speciale handdoek.

 

Grote brokken schrokken alleen ooievaren en snaken.

 

Heeft een ander iets weggelegd, dan is het onbeleefd zijn hand of een stuk brood erbij te houden, voordat degene die het heeft neergelegd daartoe uitgenodigd heeft. Men zou zo immers gemakkelijk de indruk wekken als wilde men een ander voor zijn.

 

Wat aangereikt wordt, moet men met drie vingers of voorgehouden stuk brood aangenomen worden.

 

Het hoort ook niet een ander aan te bieden wat je zelf al half aangeknaagd hebt. Boers is het ook om aangeknabbeld brood nog een keer in de soep te dopen. Even zo onpassend is het gekauwd brood uit de mond te nemen en op tafel te leggen.

 

Naar een volks schertswoord herkent men de boer daaraan wanneer hij drie vingers in het zoutvat drukt. Zout neemt men, zo veel men wil, met het mes.

Staat het zoutvat verder weg, vraagt men erom terwijl men zijn bord bijhoudt.

 

Alleen katten, geen mensen likken suiker of andere sporen van zoetigheid van bord of schotel.

 

Vlees wordt eerst op de schotel klein gesneden, dan geeft men wat brood daarbij, voordat men het eet. Dat gebeurt niet alleen, omdat het is zoals het hoort, maar ook omdat het gezond is.

 

 

 

Lees verder